Goedemorgen Commissaris met Arno Visser (president van de Algemene Rekenkamer) en Dion Kotteman (voorheen Rijk CIO en meervoudig commissaris).
Deze online sessie van Goedemorgen Commissaris zoomt in op de vraag wat we hebben geleerd van de afgelopen Covid-tijd. En hoe gaan wij, de overheid, toezichthouders, verantwoording afleggen over de afgelopen periode. Welke conclusies kunnen er worden getrokken en welk zaken zijn wellicht scherper naar voren gekomen dan in een normale situatie?
Structurele zwakheden
Arno Visser, president van de Algemene Rekenkamer, geeft allereerst helder weer, dat de rol van de Algemene Rekenkamer is het zijn van onafhankelijke controleur van de democratische rechtsstaat en van het rijksbrede budget van €300 miljard. De Algemene Rekenkamer kan kritisch zijn, maar heeft geen macht. Zij kan bepaalde punten agenderen en aandacht vragen voor opvallende zaken of ontwikkelingen. Zo geeft hij aan dat het Corona-jaar een aantal structurele zwakheden van Nederland heeft getoond. Hier licht hij er 3 met name uit:
(i)kwetsbaarheden in het financieel beheer
(ii)tekortkomingen in het informatie beheer
(iii)besteding en resultaat
Ad (i) Wij denken dat wij in Nederland onze zaken goed op orde hebben. Echter, het financieel beheer van de departementen in Nederland is niet per se goed georganiseerd en vaak onderbemensd.
Ad (ii) Er is in Nederland gebrek aan standaardisatie. Veel onderdelen van de Rijksoverheid kunnen onderling slecht communiceren wegens gebrek aan standaardisatie. Er zijn slechte afspraken gemaakt over hoe je onderling informatie uitwisselt en er zijn geen gemeenschappelijke definities die de communicatie vergemakkelijken. Ter illustratie moet je hierbij denken dat men in vroeger tijden in elke gemeente zelf de klok mocht instellen en er geen gemeenschappelijke, standaardtijd was. Pas later is er in Nederland eenzelfde standaardtijd afgesproken, hetgeen handig was om bijvoorbeeld de treinen van de NS op elkaar te kunnen laten aansluiten.
Ad (iii) Weten hoe het gesteld is met besteding en resultaat is een belangrijke graadmeter voor de burger om te weten dat je waar krijgt voor je geld.
Arno Visser geeft aan dat, wanneer je (i) en (ii) niet op orde hebt, je punt (iii) niet kunt realiseren. Stel dat de regering afspreekt dat er 8,5 miljard extra gaat worden uitgegeven aan onderwijs, dan moet je wel kunnen meten dat het geld aan de juiste dingen wordt uitgegeven en dat er consistentie is in het hele land. Standaardisatie, het afspreken van gelijkluidende definities zijn hierbij onmisbaar.
Reflectie ervaringspartner
Dion Kotteman maakt de link naar het commissariaat. Hij geeft aan dat de Nederlandse cultuur er niet een is die is gericht op centrale afspraken, standaardisatie. Er zijn veel parallellen te trekken tussen de overheid en het Nederlandse bedrijfsleven, die in veel gevallen ook een grote mate van bureaucratie kent. Het is zijn ervaring als meervoudig commissaris, dat er behoefte is aan digitaal leiderschap; er moet meer visie komen op en richting worden gegeven aan de digitalisering. Zo zou er meer aandacht nodig zijn voor de algemene informatie die richting de RvC gaat. En in de RvC zou iemand moeten zitten die digitalisering en informatievoorziening echt begrijpt. Zo hebben wij bijvoorbeeld wel gezien dat tijdens de Corona periode de druk op beslissingen erg is toegenomen en digitalisering ervoor heeft gezorgd dat dit ook mogelijk is gebleken. Zoom- en Teams calls zijn zeer efficiënt en effectief gebleken.
Standaardisatie
Arno Visser vervolgt dat we in Nederland al tientallen jaren tegen een governance probleem aanlopen op dit punt; we zijn slecht in het creëren van een standaardtaal die we allemaal spreken. Ook digitaal is er geen standaardtaal, er is geen gemeenschappelijke standaardisatie, terwijl die nodig is voor efficiënt en effectief functioneren van de overheid. Als niet uit alle stopcontacten in Nederland dezelfde 220V zou komen, zou dit op vele fronten tot onoverkomelijke problemen leiden.
Verantwoording
Op het gebied van verantwoording rijst de volgende vraag: hoe vraag je als toezichthouder bestuurders om verantwoording, terwijl je er zelf, als toezichthouder, bij bent geweest. De Rekenkamer heeft ervoor gekozen om tijdens de Corona periode op een aantal domeinen onderzoek te doen. Zo hebben zij onderzoek gedaan hoe en in welke mate ‘lessons-learned’ uit het verleden van belang zijn voor de uitrol van de diverse Corona steunmaatregelen. Door een snel opgesteld rapport door de Rekenkamer hebben ambtenaren tijdens de Corona crisis deze ervaringen kunnen meenemen in de besluitvorming over deze steunmaatregelen. Zo zou je dus ook als toezichthouder/commissaris tijdens een crisis tussentijds kunnen evalueren, waardoor je, meer dan anders, toch vrij actief kunt bijsturen en meedenken met de Raad van Bestuur.